Hallo, mijn naam is Bob. Bob de Bouwer. Er was een tijd dat ik anders genoemd werd: Bob de Sloper. Dit is het verhaal hoe ik van een fanatieke sloper veranderde in een bouwer.
Ik groeide op in de stad Krommeleer en alles ging zo zijn gangetje. Ik stond bekend als de slimme en kundige timmerman die bedreven was in het bouwen van huizen in de Krommeleer-stijl. Dit betekent: geperforeerde daken, ramen en deuren met kieren voor een heerlijke bries door het huis en de muren bepleisterd met drab uit het riool. Zo zagen alle huizen uit in mijn stad, het beste ontwerp van de wereld, naar de schriften.
En alles leek goed te gaan, tot het moment dat ik last kreeg van mijn gewrichten en voortdurend moest hoesten (een kwaal waar bijna elke Krommeleerder wel last van zal krijgen). Het regende een week lang keihard, maar ik kon door de stijve gewrichten mijn bed niet uit om het water dat door het dak druppelde, weg te scheppen. Ik verdronk bijna, maar werd nog net op tijd door de hulpdiensten gered. Ik eindigde in het ziekenhuis, maar kon een maand lang niet bewegen.
Eén van de verplegers in het ziekenhuis was Paul, hij kwam mij elke ochtend en avond verschonen en wassen. Ik noemde hem daarom Paul Wasser. Tijdens de ruwe, maar grondige wasbeurten raakten wij aan de praat en hij wees mij op de gaten in het dak, de kieren rond de ramen en de vieze muren. Ik was eerst diep beledigd, het was immers wel mijn (vakkundig) bouwwerk volgens het boekje. Later kwamen de twijfels: had Paul Wasser dan misschien toch gelijk?
Toen ik ontslagen werd uit het ziekenhuis, nam ik meteen de trein naar de woonplaats van Paul Wasser: Refodam. De huizen waren gebouwd volgens een heel ander principe en er was geen tocht, geen lekkage, geen nare geurtjes… Ik verbleef in Refodam voor een jaar en kwam tot krachten, mijn reuma verdween en ik leerde de fijne kneepjes van de Refodamse bouwfilosofie.
Daarna ging ik terug naar mijn eigen stad, ik kon de vieze huizen waarin mijn stadsgenoten wonen niet meer aanzien. Ze moesten snel vervangen worden door betere woningen, dan zouden zij ook gezond worden. Ik ging meteen naar de burgemeester van de stad, maar die hield vol dat de bouwtekeningen van Krommeleer de beste zijn. Ik ging mijn buren waarschuwen, maar velen haalden hun schouders op en vonden hun huizen goed genoeg.
Ik begon fanatiek huizen te slopen, te beginnen in mijn eigen straat. Dag en nacht zwaaide ik mijn sloopkogel in het rond, mensen vluchtten hun huizen uit. Onvermoeid bleef ik door gaan, hierdoor kreeg ik mijn bijnaam: de Sloper.
Na een jaar was ik nog steeds bezig, de stad is immers erg groot. In al die tijd had ik geen tijd gehad om één mooi huis in de stijl van Refodam te bouwen, ik had enkel nog tijd om te slopen. Ondertussen begonnen de Krommeleerders hun verwoeste huizen vliegensvlug te herstellen alsof er niets gebeurd was. Mijn sloopactiviteiten waren voor niets geweest: ik werd gepakt door de politie en verbannen uit Krommeleer.
Oh, wat was ik boos! Af en toe ging ik in de nacht stiekem de stad binnen sluipen om mijn sloopkogel aan het werk te zetten. Tot ik een dag aan het lezen was in een boek en het volgende las: “Zodoende hebben ze zich meer ingespannen om het kwaad uit te roeien dan om het goede op te bouwen.” (Eén met Christus, J. Calvijn). Ik begreep dat ik geen bouwer meer was, maar een sloper en dat maakte mij bedroefd. Ik keerde mijn rug naar Krommeleer en ging wonen in Refodam, om mij daar te vestigen om te wonen en mooie huizen te bouwen.
Zodoende hebben ze zich meer ingespannen om het kwaad uit te roeien dan om het goede op te bouwen.
Sindsdien word ik Bob de Bouwer genoemd. Al moet ik bekennen dat er nog steeds een beetje sloper in mij zit. De sloopkogel verschijnt nog steeds vaak plotseling in mijn handen en ben ik in staat om een ravage aan te richten. Gelukkig gebeurt dit steeds minder, want hoewel slopen soms nodig is, is bouwen toch veel fijner dan slopen.
Maar toch, ik ben mijn vrienden van Krommeleer niet vergeten. Ik bid dat er een dag komt dat Refodam zo groot en zo mooi wordt, dat zij het zullen opmerken en mij een brief schrijven met de boodschap: “Kom hier! Wij willen ook in zulke mooie huizen wonen!”