Iedereen zit aan tafel

Met kerst zitten veel mensen gezellig aan tafel, met vrienden en familie, exotische wijnen en luxe gerechten. Iedereen wordt door middel van effectieve advertenties aangemoedigd om alles uit de kast te halen om met een zo bijzonder mogelijk diner indruk te wekken.

Dit alles omdat er een feest gevierd wordt, namelijk de komst van Jezus, de Christus. Men roept elkaar “fijne kerst” toe en wenst elkaar het beste. Kerken verkondigen massaal de boodschap van liefde en hoop. Oftewel, iedereen, zowel seculier als christelijk Nederland haalt alles uit de kast om kerst te vieren.

Over een paar dagen waant iedereen zich als het ware een gast bij het bruiloftsmaal van het Lam (Openbaring 19:9), maar in werkelijkheid zitten de meesten aan tafel kerst te vieren alsof ze Belsassar zijn.

Hoe Belsassar feest vierde

Belsassar, de koning van de Chaldeeën die beschreven staat in het boek Daniël, haalde werkelijk alles uit de kast: bij zijn grote feestmaal die hij had met zijn gezelschap van duizend, liet hij de gouden en zilveren bekers tevoorschijn halen die Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, zodat iedereen daaruit konden drinken.

Met hun uitbundige vreugde bespotten zij God die hemel en aarde gemaakt heeft. In plaats van de ware God te aanbidden, prezen zij wat van goud, zilver, brons, ijzer, hout en steen waren, alles behalve God.

Op het moment dat zij bedronken waren van de vreugde en van het lachen, terwijl zij overdadig genoten, verschenen er vingers die op de wand van het paleis iets schreven: “Menee, menee, tekeel oefarsien.” En dit betekent, vertelt Daniël: God heeft uw koningschap geteld en er komt een einde aan, u bent in de weegschaal gewogen en te licht bevonden, uw koninkrijk is gebroken en aan de Meden en Perzen gegeven (Daniël 5:25-28). En diezelfde nacht werd koning Belsassar, de koning van de Chaldeeën, gedood (Daniël 5:29).

Waarom maakte God plotseling een einde aan Belsassar? Daniël legde het hem uit: Belsassar wist wie God was, maar hij wilde niet nederig blijven, hij was tegen de Heer van de hemel opgestaan, afgoden van zilver, goud, brons, ijzer, hout en steen geprezen, maar de God die beschikt over zijn levensadem en die al zijn doen en laten bepaalt, niet verheerlijkt. Oftewel: hij had God niet de eer gegeven die Hem toe komt.

Allemaal Belsassars aan tafel

Laten we eerlijk zijn, de meerderheid viert deze kerst niet anders dan Belsassar en dat is geen goed gegeven. Waarschijnlijk zal niemand deze week uit het niets vingers zien die iets op het behang schrijven, maar ook voor hen geldt hetzelfde: gewogen en te licht bevonden. Het kan nog zo gezellig zijn aan tafel, zo veel gelachen worden, er is geen reden tot vreugde, slechts reden tot gejammer en knarsetanden.

En zelfs degenen die werkelijk vrolijk mogen zijn, omdat zij waarlijk uitgenodigd zijn op het feestmaal van het Lam, waren ooit als Belsassar, gewogen en te licht bevonden. Daarom is kerst zo’n vreugdevol feest, voor wie niet langer goden van zilver en goud aanbidden. Zij verheerlijken God door hun vertrouwen te stellen in de Gezonden Zoon, dan wordt de rechtvaardige daden van Jezus in de schaal gelegd. Ik ben wel te licht bevonden, maar Jezus, die mij representeert is dat niet, Hij is gewichtig en dat is mijn hoop dat ik aan het bruiloftsmaal van het Lam zal zitten.

De enige weg tot echte feestvreugde deze kerst, is de weg van bekering en geloof. Als dat gebeurt, dan zal er vreugde zijn aan tafel hier op aarde, én in de hemel (Lukas 15:10)

 

Gecategoriseerd in:

Tagged in: