Het zijn geen politieke partijen of woedende atheïsten die de kerk vernietigen, maar empathie. Door empathie heeft de christelijke kerk zichzelf gemaakt tot een circus waarin alleen de clown nog mag optreden. Over de circus later meer, want eerst: empathie.
Empathie
Mijn vriendin vertelde mij een tijd geleden dat haar neefje verdrietig was, want hij kon zijn verjaardag niet groots vieren omdat velen thuis moesten blijven. “Ach,” zei ik “dat is een goed moment om het kind te leren dat hij niet alles kan krijgen en om dankbaar te zijn voor wat hij wél heeft.”
Zij reageerde alsof ik haar neefje zonder geldige reden van een trap had geduwd. Op niet mis te verstane wijze maakte zij duidelijk dat ik meer empathisch moest zijn. “Het is toch zielig!” Schreeuwde ze alsof ik daar niet mee eens zou zijn.
Ik begrijp uiteraard dat het niet leuk is voor het arme kereltje, maar is het niet beter om van de akelige situatie gebruik te maken en van de jongen meer man te maken? Of moet ik met opgetrokken knieën in de hoek zitten en vertellen hoe vervelend de situatie is?
Dat woord empathie bleef een tijd lang hangen in mijn gedachten. Ik hoor het de laatste jaren steeds vaker, maar ik heb er moeite mee. Het woord empathie heeft een geweldig mooie reputatie opgebouwd, het ruikt als het ware naar lavendel. Maar ik heb een neus voor zulke dingen: lavendel is de aroma voor het verhullen van poeplucht. Niet voor niets vind je in zowat elk toilet een paarse spuitbus vol met parfum d’empathique.
Circus
Als kind wilde ik met mijn zusje een circus beginnen, we konden aardig pannen onderzetters naar elkaar over en weer gooien. Natuurlijk kwam niemand kijken en was mijn carrière als circusartiest vlug voorbij.
Maar als de kerk een circus is, dan heeft het zijn programma grotendeels geschrapt om rekening te houden met de gevoelens van alles en iedereen. De adembenemende kunsten op de trapezes zijn verbannen nadat de toeschouwers vanwege nekklachten niet meer omhoog willen kijken. Het is dan wel weer jammer dat ze nu nekpijn krijgen van het staren op hun smartphones, maar die apparaten hoeven dan weer niet weg.
Dankzij de dierenactivisten zijn de tijgers ook met vervroegd pensioen gegaan. Of dat een gemis is, weet ik niet. De tijgers kregen immers zo veel te eten zoals zij wilden (empathisch voeren noemt men dat) waardoor zij slechts door twee van de drie hoepels van enigheid konden springen. Zonder de laatste sprong was het al tijden minder spectaculair.
Alleen de clowns laat ons nog lachen. Helaas is het een lachen van verdriet, omdat de grote circus vervallen is tot een grote grap. De Oprichter en Meester van de circus had een intense en spannende programma bedacht, maar de medewerkers identificeerden zich liever met mensen met nekpijn. Dat wanneer een acrobaat omhoog poogt te klimmen om van trapeze naar trapeze te saltoën, er onmiddellijk een collega tegensputtert en wijst naar de nekken van al die arme toeschouwers die op hun mobieltjes kijken.
Empathie betekent dat de Meester van de circus geen zeggenschap meer heeft, de baas is een ieder die gevoelens heeft en schreeuwt om empathie. Maar op het moment dat waarheid en empathie niet samen kunnen, dan moet empathie baan maken voor waarheid. Zelfs wanneer empathie zich vermomd heeft als pastoraal verantwoord. De kerk heeft één Meester en alle circusmedewerkers staan onder Zijn dienst. De toeschouwers móeten omhoog kijken, want het spektakel en schoonheid van wat daar boven gebeurt, is de nekpijn meer dan waard. Zij kunnen alleen verlost worden van het naar-beneden-staren, door Hém te zien: Hij die verhoogd is en zit aan de rechterhand van de Vader.
Maar nee, empathie zorgt er voor dat hún gevoelens hoog worden verheven op een paarse wolk van lavendelgeur.