Een aantal weken geleden las ik dat  een pedofiele actiegroep hoopte mee te kunnen doen aan de Gay Pride. Dit is iets wat we van mijlenver aan zien komen. Na de acceptatie van homoseksualiteit, gevolgd door allerlei nieuwe vormen en ideeën van seksualiteit, is pedoseksualiteit een logische evolutionaire stap in de seksuele “vrijheden” die men in de afgelopen decennia verworven heeft. Hun verzoek om mee te doen werd echter afgewezen, omdat de Gay Pride Amsterdam niet geassocieerd wil worden met pedoseksuelen. Hypocriet, vindt de actievoerder: “De Gay Pride heeft de mond vol van inclusiviteit van alle seksuele minderheden, maar ze proberen pedofielen dood te zwijgen.”

Laat ik heel duidelijk zijn: ik ben tegen pedoseksualiteit en vind dat de Gay Pride Amsterdam een juiste beslissing heeft genomen. Maar tegelijkertijd heeft de pedofiele actievoerder volledig gelijk wanneer hij de Gay Pride-organisatie hypocriet noemt.

Spanning tussen waarheid en leugen

In het boek Fool’s Talk: Recovering the Art of Christian Persuasion, Os Guinness, staat vertaald het volgende:

Ongelovigen onderdrukken de waarheid in ongerechtigheid, maar het blijft nog steeds de waarheid, dus ze kunnen er nooit helemaal van af komen. De visie van een ongelovige op de wereld zonder God kan veel diepe waarheden bevatten en allerlei ware verdiensten hebben. Maar dát beeld van de wereld kan nooit volledig waar zijn, omdat de ongelovige persoon God niet zal accepteren, zonder Wie het op sommige punten altijd onwaar zal zijn. Maar tegelijkertijd zijn de opvattingen van de ongelovigen over de wereld niet algeheel onjuist, omdat ze nooit volledig van God en zijn waarheid kunnen ontvluchten. Ongeloof is daarom altijd en inherent in spanning, en het kan nooit aan dit conflict ontsnappen. Welke kijk op de wereld ongeloof ook inhoudt, het is altijd gedeeltelijk waar, maar verdraaid, en het is altijd verdraaid, hoewel toch nooit anders dan gedeeltelijk waar.

“Ongelovigen onderdrukken de waarheid in ongerechtigheid”, dat komt uit Romeinen 1:18 en in ditzelfde hoofdstuk wordt het één en ander gezegd over homoseksualiteit. Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen (vers 25), daarom heeft God hen overgegeven in schandelijke hartstochten, namelijk homoseksualiteit (vers 26 en 27).

Het probleem van ongeloof is, is dat het een beeld van de wereld schetst die niet strookt met de waarheid. In dit geval, dat je zelf moet kunnen beslissen of je man of vrouw bent, en of je met iemand trouwt van een ander of hetzelfde geslacht; oftewel, iedereen moet kunnen houden van wie hij of zij wilt (inclusief seks). Dit is niet waar, maar ongeloof onderdrukt de waarheid en creëert een eigen “realiteit”.

Maar omdat deze door mens-bedachte schijnwerkelijkheid op sommige punten verschilt met de waarheid zoals God het heeft bepaald, is het onmogelijk om consequent te zijn. De gedachte dat iedereen moet kunnen houden van wie hij/zij wilt, kunnen zij niet overeind houden als het gaat om pedoseksuelen. Daarom dat de pedofiele actievoerder terecht zegt dat de Gay Pride organisatie hypocriet bezig is. Ze kunnen niet anders dan hypocriet zijn, omdat ze afstand hebben gedaan van de waarheid van God.

Verder in het boek staat:

Als het om geloof en ongeloof gaat, moeten we onthouden dat, hoewel geen gedachten ondenkbaar zijn en geen argument onbetwistbaar, zijn er gedachten die wel kunnen gedacht kunnen worden, maar niet uitgeleefd worden.

De persoon die Gods waarheid (gedeeltelijk) verwerpt, moet onvermijdelijk in zo’n hypocriete spanningveld leven. De ongelovige kan deze spanning in praktijk alleen verminderen door inconsequent te zijn, of door niet na te denken over de implicaties van hun wereldbeeld. Of beter – hij moet zich bekeren tot de waarheid: Jezus ís de waarheid.

Maar zijn christenen niet ook hypocriet?

Ongelovigen zijn hypocrieten, maar zijn christenen dat niet ook? Christenen staan immers bekend als hypocrieten: ze prediken God, liefde en Bijbel, maar zijn in praktijk soms beesten en vol haat. Ook op deze vraag wordt in het boek ingegaan:

Als wij niet trouw aan ons geloof leven, dan is de uitkomst aan de ene kant hypocrisie. Anderzijds, in waarheid leven is de bijbelse manier om te tonen dat we nauwer naar de weg van Jezus leven en daarom getrouw zijn en meer op Hem lijken. De meer praktische vraag hier is, hoe we mensen kunnen drijven naar de logische consequenties van hun geloof?

Oftewel, we moeten echt gaan geloven in de bijbelse waarheden en overdenken wat dat in praktijk betekent, wat hopelijk resulteert in Godvrezende levenswandel. Dit blijft een levenslange strijd van ons geloof.

Maar toch is er een groot verschil tussen de hypocrisie van ongelovigen en gelovigen. De christen moet zijn leven conformeren naar wat ze menen of zeggen te geloven. Maar de ongelovigen kan, zolang hij zich niet bekeert tot de waarheid (Jezus Christus), niet ontsnappen aan dit spanningsveld van de leugen. Dan blijft hij altijd onderdrukker van de waarheid en hypocriet.

Jezus is waarheid, daarom heerst Hij over gelovigen én ongelovigen, niemand van hen kan aan Hem ontsnappen, hoe hard men het ook probeert.

Gecategoriseerd in: